Széchenyi István
SZÉCHENYI  István

KOSSUTH Lajos
Het Szechenyi-kasteel in Nagycenk, het familiaal landgoed, thans museum.
Het Szechenyi-kasteel in Nagycenk,
het familiaal landgoed, thans museum.
Biografie:

Geboren: 21 september 1791 (Wenen, Oostenrijk-Hongarije)
Overleden: 8 april 1860, Döbling, Oostenrijk-Hongarije)

Hongaars staatsman, zakenman, schrijver, econoom en ingenieur.

István graaf Széchenyi de Sárvár-Felsővidék wordt beschouwd als de grote bezieler van de modernisering van Hongarije in de 19de eeuw.
Hij werd geboren in Wenen als zoon van graaf Széchényi Ferenc ((Széplak, 28 april 1754 – Wenen, 13 december 1820) en gravin Festetics de Tolna Juliana (Jablonca, 30 oktober 1753 – Wenen, 20 januari 1824). Hij was de jongste van hun twee dochters en drie zonen. De Széchenyis waren een oude en invloedrijke adellijke familie van Hongarije. Traditioneel getrouw aan het Huis van Habsburg, werden ze gekoppeld aan adellijke families, zoals de Liechtenstein, de Esterházy en het Huis van de Lobkowicz. István Széchenyi's vader was een verlichte aristocraat die het Hongaars Nationaal Museum stichtte. De jongen bracht zijn jeugd zowel in Wenen door als op het gezinslandgoed van Nagycenk in Hongarije. Na zijn privéonderwijs, trad de jonge Széchenyi op 17-jarige leeftijd toe tot het Oostenrijkse leger en nam deel aan de Napoleontische oorlogen. Hij vocht met onderscheiding aan de slag bij Raab (14 juni 1809) en op 19 juli bracht bij de samensmelting van de twee Oostenrijkse legers een boodschap over de Donau naar General Chasteler met gevaar voor zijn leven. Net zo onvergetelijk was zijn beroemde rit door de linies van de vijand in de nacht van 16-17 oktober 1813 om  de wensen van de twee keizers over te brengen aan Blücher en Bernadotte dat zij de volgende dag zouden deelnemen aan de slag bij Leipzig, op een gegeven tijd en plaats. In mei 1815 werd hij overgeplaatst naar Italië, en bij de slag van Tolentino verspreidde hij Murat's lijfwachts door een onstuimige cavalerieaanval. Hij verliet de dienst als eerste luitenant in 1826 en verlegde zijn interesse naar de politiek.

Tussen september 1815 en 1821 was hij hij ondertussen door Europa gereisd, waarbij hij Frankrijk, Engeland, Italië en Griekenland bezocht en er hun instellingen bestudeerde, om daar vast te stellen hoezeer Hongarije achterop lag. Hij legde er ook een aantal belangrijke persoonlijke connecties vast. De vlugge modernisering van Brittannië fascineerde hem het meest, wat zijn denken sterk beïnvloedde. Tevens was Széchenyi onder de indruk van het Canal du Midi in Frankrijk en en begon manieren ter verbetering van de navigatie op de lagere Donau en Tisza te visualiseren. De graaf werd zich vlug van bewust van de groeiende kloof tussen de moderne wereld en Hongarije. De rest van zijn leven zou hij een vastberaden hervormer zijn en ontwikkelingen promoten. In het begin vond hij politieke steun bij baron Wesselényi Miklós, een edelman uit Transylvanië. Later zou hun relatie wel verzwakken.

Een aquarel uit 1818 van Széchenyi István door Johann Ender. Széchenyi István als militair.
Een aquarel uit 1818 van Széchenyi István door Johann Ender.
Széchenyi István als militair.

Een bas-reliëf van de stichting van de Hongaarse Academie voor Wetenschappen.
Een bas-reliëf van de stichting van de Hongaarse Academie voor Wetenschappen.

Széchenyi kreeg een bredere bekendheid in 1825, door het ondersteunen van het voorstel van de minister-president, Nagy Pál, om de Hongaarse Academie voor Wetenschappen op te richten. Széchenyi schonk er zijn volledige jaarinkomen van zijn landgoederen van dat jaar, 60.000 gulden, aan. Zijn voorbeeld bracht donaties van 58.000 gulden van drie andere rijke edelen en ze kreeg Koninklijke goedkeuring voor de Academie. Hij wilde op die manier het gebruik van het Hongaars bevorderen. Dit was een belangrijke mijlpaal in zijn leven en voor de hervormingsbeweging.
In 1827 organiseerde hij het Nemzeti Kaszinó of Nationaal Casino, een forum voor de patriottische Hongaarse adel. Het Casino had een belangrijke rol in de hervormingsbeweging door het een instituut voor politieke dialogen te bezorgen.
Om een breder publiek te bereiken besloot Széchenyi om zijn ideeën te publiceren. Zijn reeks politieke geschriften, de Hitel (Credit, 1830), de Világ, (World / Licht, 1831) en het Stádium (1833), gingen over de Hongaarse adel. Hij veroordeelde hun conservatisme en moedigde hen aan om hun feodale privileges op te geven (bijvoorbeeld hun status van vrij van belastingen) en als de drijvende elite voor modernisering te handelen.
Széchenyi stelde zijn programma voor Hongarije in binnen het kader van de Habsburgse monarchie. Hij was ervan overtuigd dat Hongarije in eerste instantie behoefte aan een geleidelijke economische, sociale en culturele ontwikkeling. Hij was tegen zowel onnodig radicalisme als nationalisme. De laatste vond hij het bijzonder gevaarlijk in het multi-etnische Koninkrijk Hongarije, waar de mensen verdeeld werden door etniciteit, taal en religie.
Naast zijn uitgebreide politieke ideeën, concentreerde hij zich op de ontwikkeling van de transportinfrastructuur, omdat hij het belang ervan voor de ontwikkeling en communicatie begreep. Een deel van dit programma was de regulering van de doorstroming van het water van de lagere Donau door de navigatie te verbeteren, om deze open te stellen voor de commerciële scheepvaart en handel van Buda tot aan de Zwarte Zee. Hij werd in de vroege jaren 1830 de leidende figuur van het Donau Navigatie Comité, die haar werkzaamheden in tien jaar voltooide. Vroeger was het op de rivier gevaarlijk geweest voor schepen en was deze niet efficiënt als internationale handelsroute. Széchenyi was de eerste om stoomboten te promoten op de Donau, de Tisza (Theiss) en het Balatonmeer, en nam ook maatregelen om Hongarije open te stellen voor de handel en ontwikkeling. 
Zich bewust van het potentieel voor het project voor de regio, lobbyde Széchenyi met succes in Wenen om Oostenrijkse financiële en politieke steun te krijgen. Hij werd aangesteld als hoge commissaris en superviseerde de werken voor jaren. Gedurende deze periode reisde hij naar Constantinopel en bouwde relaties op in de Balkanregio.
Hij wilde Buda en Pest ontwikkelen als een belangrijk politiek, economisch en cultureel centrum van Hongarije. Hij steunde de bouw van de eerste vaste brug tussen de twee steden, de Kettingbrug, die sinds 1899 officieel zijn naam draagt (Széchenyi lánchíd). Naast de verbetering van vervoersverbindingen, was de Kettingbrug een symbolische structuur, een voorafschaduwing van de latere hereniging van de twee steden als Budapest, verbonden in plaats van verdeeld door de rivier.
Széchenyi was onder meer ook nog verantwoordelijk voor het aanleggen van de eerste Hongaarse spoorlijn en het bedekken van de wegen in Hongarije met macadam, volgens het Engelse procedé dat hij daar had leren kennen.

De Széchenyi lánchíd (de Kettingbrug in Budapest).
De Széchenyi Iánchíd (de Kettingbrug in Budapest),
met op de achtergrond het prachtige Koninklijk Paleis (Budavári palota), ook Budapaleis genoemd.

 

Kossuth Lajos.
Kossuth Lajos.

Politieke rivaliteit met Kossuth Lajos
Zijn relatie met Kossuth Lajos was niet goed: hij dacht altijd dat Kossuth een politiek agitator was, die zijn populariteit overspeelde. Széchenyi, hoewel in de minderheid, bleef steeds raadsman van voorzichtigheid bij de Rijksdag en andere bijeenkomsten. In maart 1848 aanvaardde hij de portefeuille van Wegen en Communicatie 'in het eerste verantwoordelijk Magyar bestuur' onder Batthyány Lajos, maar hij vreesde de verstoring door revolutie. 

'Lang debat' van hervormers in de pers (1841-1848)
In zijn pamflet  'Mensen van het Oosten' (Kelet Nepe, 1841), had graaf Széchenyi gereageerd op Kossuth's hervormingsvoorstellen. Széchenyi geloofde dat de economische, politieke en sociale hervormingen langzaam en voorzichtig te werk moesten gaan, om het potentieel rampzalig vooruitzicht van gewelddadige inmenging van de Habsburgse dynastie te vermijden. Széchenyi was zich bewust van de verspreiding van Kossuth's ideeën in de Hongaarse samenleving, waarin hij de noodzaak van een goede relatie met de Habsburgse dynastie over het hoofd zag.
Kossuth, van zijn kant, verwierp de rol van de aristocratie en trok de gevestigde normen van sociale status in twijfel. In tegenstelling tot Széchenyi, geloofde Kossuth dat in het proces van sociale hervormingen het onmogelijk zou zijn om het maatschappelijk middenveld te beperken tot een passieve rol. Hij waarschuwde voor een poging om bredere sociale bewegingen uit het politieke leven uit te sluiten, en de democratie ondersteunend verwierp hij het primaat van de elites en de overheid. In 1885 noemde hij Széchenyi een liberale elitaire aristocraat, terwijl Széchenyi Kossuth beschouwde als een democraat. Széchenyi was een isolationistische politicus, terwijl Kossuth sterke relaties en samenwerking met internationale liberale en progressieve bewegingen als essentieel voor het succes van vrijheid zag.  Széchenyi baseerde zijn economisch beleid op het laissez-faire principe toegepast door het Britse Rijk, terwijl Kossuth beschermende tarieven als gevolg van de relatief zwakke Hongaarse industriële sector ondersteunde. Terwijl Kossuth de bouw van een snel geïndustrialiseerd land voor ogen had, wilde Széchenyi de traditioneel sterke agrarische sector behouden als belangrijkste kenmerk van de economie.

Széchenyi tijdens zijn verblijf in Ober-Döbling.
Széchenyi tijdens zijn verblijf in Ober-Döbling.

Terugtrekken uit de politiek
Begin september 1848 bracht zijn nerveuze toestand depressie en een instorting met zich mee; zijn arts beval hem naar het privé asiel van Dr. Gustav Görgen in Ober-Döbling te gaan. Met de zorg van zijn vrouw herstelde hij langzaam en genoeg om het schrijven te hervatten, maar keerde niet meer terug naar de politiek. Hij schreef zo ondermeerhet boek 'Önismeret' (Zelfbewustzijn) over kinderen, onderwijs en pedagogiek. Hij schreef ook 'Ein Blick' (One Look), een studie over de diepe politieke problemen van Hongarije in het begin van de jaren 1850.


Zijn dood
Nog steeds lijdend aan depressie, pleegde Széchenyi  zelfmoord door een schot in zijn hoofd op 8 april 1860. Hij was toen 68 jaar. 
Gans Hongarije rouwde om zijn dood. De Academie was in officiële rouw, samen met de meest vooraanstaande personen uit de leidende politieke en culturele verenigingen (met inbegrip van de graven József Eötvös, Arany János en Szász Károly). 
Op 11 april 1860 woonden meer dan tienduizend mensen de begrafenis bij van Széchenyi István in Nagycenk. De politie deed er alles aan opdat de begrafenis geen demonstratie zou worden: de pastoor van Nagycenk Tolnay Antal weigerde wel om de begrafenis in het geheim af te werken. Het publiek werd echter op afstand gehouden. Op 30 april werd dan in Budapest aan de Hongaarse Academie voor Wetenschappen een nationale herdenking gehouden in aanwezigheid van tachtigduizend mensen. Bij een symbolische doodskist hield baron Eötvös József een toespraak in aanwezigheid van Scitovszky János, de aartsbisschop van Esztergom.

Széchenyi wordt de Grootste Hongaar (a legnagyobb magyar) genoemd, een epitheton dat hij aan Kossuth Lajos te danken heeft, die hem in 1840 zo aanduidde. In elke Hongaarse stad is er wel een straat of plein naar hem genoemd.


Werken

  • Hitel (Credit, 1830)
  • Világ, (World/Light, 1831)
  • Stádium (1833)
  • Önismeret (Self awareness)
  • Ein Blick (One Look)
  • De meeste van zijn talrijke werken over politieke en economische onderwerpen werden naar het Duits vertaald voor een bredere waardering in Europa.
  • Tussen 1884 en 1896 publiceerde de Hongaarse academie een negendelige editie van zijn geschriften in Pest.

    Hitel (1830) Világ (1831) Stádium (1833)
    Hitel (1830)

    Világ (1831)

    Stádium (1833)

Erfenis en onderscheidingen

  • Op 23 mei 1880 werd van hem een standbeeld onthuld in Budapest.
  • Nog in 1880 werd een standbeeld ter nagedachtenis aan hem onthuld in Sopron.
  • In 1898 werd de Kettingbrug over de Donau uitgeroepen tot Széchenyi Lánchíd  ter zijner eer.
  • In 2008 werd het István Széchenyi Chair in International Economics  prive aan de Quinnipiac Universiteit in Hamden, Connecticut, Verenigde Staten, geschonken. In samenwerking met het Mathias Corvinus Collegium en de Sapientia Hongaarse Universiteit van Transilvanië, houdt de voorzitter toezicht op en ontwikkelt hij drie belangrijke academische programma's om de betrekkingen met Centraal-Oost-Europa, met name Hongarije te versterken: de Hungarian American Business Leaders (HABL), de QU executive MBA Reis in Hongarije, en de Buitenlandse Lezingenreeks.
  • Sinds 1990 komt het portret van Széchenyi voor op de 5000 Hongaarse forint bankbiljetten, met een nieuw ontwerp in 1999.
  • In 2002 werd een Hongaarse tv-film gemaakt, 'A Hídember' (The Bridgeman), zijn leven portretterend (1820-1860).
  • Onderscheiding voor Verdienste (Koninkrijk Pruisen)
  • Orde van Sints-Maurice-en-Lazare (Huis van Savoie)
  • Orde van Sint-Ferdinand een van Verdienste (Koninkrijk Napels)
  • Orde van Sint-Vladimir (Russisch Keizerrijk)
  • Orde du Saint-Esprit (Koninkrijk Frankrijk)
Hongaars bankbiljet van 5000 Forint met de beeltenis van Széchenyi István (1992). Hongaars bankbiljet van 5000 Forint met de beeltenis van Széchenyi István (1992).
Hongaars bankbiljet van 5000 Forint met de beeltenis van Széchenyi István (1999). Hongaars bankbiljet van 5000 Forint met de beeltenis van Széchenyi István (1999).
Hongaars bankbiljet van 5000 Forint met de beeltenis van Széchenyi István; boven biljet uit 1992, onder biljet uit 1999

Gravin Crescence Seilern, de echtgenote van Széchenyi István. Lithografie van Széchenyi István uit 1858.
Gravin Crescence Seilern, de echtgenote van Széchenyi István.
Lithografie van Széchenyi István uit 1858.

Huwelijk en gezin
In 1836 huwde Széchenyi, op de leeftijd van 45, met gravin Crescence Seilern in Buda (geh. 1836–1860). Ze kregen drie kinderen: 

  • Széchenyi Júlia, die op de leeftijd van drie maanden overleed
  • Széchenyi Béla, die de Oost-Europese landen meerdere malen bezocht
  • Széchenyi Ödön, die als Turkse pasja stierf 

Széchenyi Béla werd bekend om zijn verre reizen en verkenningen naar Oost-Indië, Japan, China, Java, Borneo, West- Mongolië en de grenzen van Tibet. In 1893 publiceerde hij zijn ervaringen, geschreven in het Duits.

Broers/zussen: Franciska Széchenyi, György Széchenyi, Pál Széchenyi, Lajos Széchenyi, Zsófia Széchenyi

Een paar filatelistische items met Széchenyi István. Een paar filatelistische items met Széchenyi István. Een paar filatelistische items met Széchenyi István.
Een paar filatelistische items met Széchenyi István.
Széchenyi István op een muntstuk uit 2016.
Széchenyi István op een muntstuk uit 2016.




Borstbeeld van Széchenyi István... ...en een gedenkplaat... ...standbeeld in Miskolc.
Borstbeeld van Széchenyi István...

...en een gedenkplaat...

...standbeeld in Miskolc.
Standbeeld van Széchenyi István in Budapest (Pest) op het Széchenyi István tér.
Standbeeld van Széchenyi in Budapest (Pest) op het Széchenyi István tér;
in feite het vroegere Roosevelt tér (plein).




De laatste rustplaats van Széchenyi István.
De laatste rustplaats van Széchenyi István in Nagycenk.